Wanneer men het over uitstroom heeft op het gebied van Human Resource Management, dan heeft men het over de procedure van uitdiensttreding van werknemers binnen een organisatie. Werknemers kunnen om verschillende redenen een organisatie verlaten. Zij kunnen de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben of een zelf nieuwe stap willen zetten in hun loopbaan bij een andere organisatie. Ook kunnen zij ontslagen worden na een ziekteperiode van twee jaar. Bij een reorganisatie of bij bezuinigingsmaatregelingen worden werknemers vaak gedwongen uit dienst te treden bij een organisatie.
Met behulp van outplacement worden uit dienst tredende werknemers planmatig begeleid bij het zoeken naar een nieuwe, passende baan. Outplacement kan zowel ingezet worden voor individuele werknemers als voor groepen. In de meeste gevallen wordt dit traject ingezet door professionele adviseurs van een extern bureau. De reden waarom deze niet intern begeleid worden bij het zoeken naar een nieuwe baan, is dat bedrijven hiermee belangenconflicten willen voorkomen. Ook hebben specialisten vaak meer kennis van de huidige arbeidsmarkt en bepaalde sollicitatietechnieken en beschikken zij over een beter informatie- en contactennetwerk.
Wanneer een werknemer op staande voet wordt ontslagen, wordt dit traject niet ingezet. Bij ontslag op staande voet wordt de arbeidsovereenkomst per direct opgezegd en is er geen sprake meer van een opzegtermijn. Dit kan alleen naar aanleiding van ernstig verwijtbaar gedrag van de werknemer. Voorbeelden hiervan zijn diefstal op de werkvloer, verduistering, ernstige belediging, mishandeling of werkweigering. De werkgever is verplicht de werknemer in te lichten over de reden van het ontslag op staande voet. In de meeste gevallen wordt het ontslag op staande voet eerst mondeling medegedeeld. Hierna volgt een schriftelijke bevestiging van de werkgever.